Waar ik nog ben ANK 4

Omschrijving:

Robert Anker debuteerde in 1979 met de gedichtenbundel Waar ik nog ben en publiceerde sindsdien nog vijf bundels: in 2002 verscheen de zesde: De broekbewapperde mens. Daarnaast schreef hij essays, een toneelstuk, romans en verhalen - onder andere voor kinderen - en verzorgde hij literaire kritieken voor Het parool. Hij was lid van verschillende letterkundige jury's en ontving zelf enkele literaire prijzen, waaronder de Jan Campert-Prijs en de Herman Gorter-Prijs. Anker was redacteur van Tirade en is inmiddels fulltime schrijver.

Ankers debuut werd door Boudewijn Büch besproken in Het parool (11 januari 1980). Hij noemde de gedichten in Waar ik nog ben (1979) enigszins geringschattend postzegelpoëzie: 'Hij schrijft door middel van sober taalgebruik over een (ogenschijnlijk) klein ding of gebeurtenis'. Deze stijl werd volgens Büch te snel '(bewust) naïef' en dat stond hem tegen. Toch was zijn eindoordeel milder: 'Voor een verzamelaar van postzegels met natuurafbeeldingen zitten er hele mooie in de collectie van Anker'. J. Bernlef oordeelde tamelijk positief in de Haagse post van 1 december 1979 en bewonderde met name Ankers poging om 'uitgaande van de zicht- en tastbare werkelijkheid een nieuwe taalwerkelijkheid te ontwerpen'. Bernlefs bezwaren golden de matige diepgang in de afdelingen 'Reiger' en 'Kraai, Ekster': 'Anker heeft goed naar Van Geel gekeken en, net als Van Geel, leidt dat tot smalle gedichten die soms treffend van observatie zijn (vooral die over reigers), maar die niet "verder" gaan'.

Boek is beschikbaar in de Mediatheek.